lijmen

 

Over lijmen valt niet zo vreselijk veel te zeggen.

Een veel gemaakte fout is een te grote hoeveelheid lijm waardoor deze uitvloeit en op het gekleurde en niet watervaste oppervlak van de bouwplaat terecht komt.  Afgezien van de glimmende plekken lkunnen de kleuren ook nog in elkaar overlopen.

De lijm wegvegen is een precies werkje dat meestal mislukt.

 

 

 

 

De animatie rechts laat zien hoe het beste de helft van een hechtstrook van lijm kan worden voorzien om die dan met het te lijmen onderdeel over de rest van het oppervlak te verdelen.

Het voorbeeld is een deel van de romp van een Fokker S11 vliegtuigje. Na de halve hechtstrook de hebben vastgelijmd en gedroogd (!) wordt het rompdeel gerond (gebogen tot een kleiner kokertje dan dat hij moet worden) en daarna wordt de tweede helft van de hechtstrook ingelijmd.

 

 

 

Bij het hechten van ronde elementen moet met beleid worden gelijmd. Het is vrijwel onmogelijk om ineens helemaal rond te lijmen. De lijm in gedeelten aan brengen is daarom dé methode. Het aantal tanden is dan afhankelijk hoe en waar die om te drogen behoorlijk kunnen worden gefixeerd (geklemd). 

 

Sluit de lijmtube of fles telkens na het gebruik af en leg/zet die niet in de zon. 

De lijm die ik al sinds mijn eerste model gebruik staat hieronder afgebeeld en wordt geleverd in een zwarte -  en een groene flacon.            Hoewel niet op de flesjes vermeld zijn de eigenschappen wezenlijk verschillend. De 'zwarte' lijm laat het papier onaangetast terwijl de 'groene' zich ermee verbindt (dringt binnen) waardoor het papier slap wordt en dus bij het hechten van twee delen onhandelbaar.             De 'groene'lijm zou mogelijk wel kunnen worden gebruikt bij het hechten (en vormen...) van ronde modelelementen, zoals een cockpit, maar dat heb ik nog niet geprobeerd.